Coördinerend portefeuillehouder: Rabin Baldewsingh
In de visie op organisatieontwikkeling 2020 (RIS 268795) is vastgelegd langs welke lijnen de gemeentelijke organisatie zich ontwikkelt naar 2020. In het coalitieakkoord is de essentie van deze organisatieontwikkeling onderschreven: “werken aan de stad vraagt om een gemeentelijke organisatie die ten dienste staat van de mensen, maatschappelijke instellingen en bedrijven die samen de stad vooruit helpen. Daarom blijven we inzetten op de ontwikkeling naar een compacte, resultaatgerichte en flexibele organisatie".
De organisatiestructuur bestaat uit vijf kerndiensten, de bestuursdienst en een shared service organisatie (het IDC). Binnen deze hoofdstructuur blijven we inzetten op verdergaande ontkokering: samenwerken over diensten heen, programmatisch werken, wijkaanpak nieuwe stijl, innoveren van processen zodat onze dienstverlening aan de stad verbetert en het versterken van de gezamenlijke organisatie van de bedrijfsvoering zoals ingezet in de nota "Doorontwikkeling bedrijfsvoering” (RIS 257856). De organisatorische bundeling van de Communicatiefunctie is een feit per 1 juli 2016.De overige zeven bedrijfsvoeringsonderdelen volgen in de eerste negen maanden van 2017. Het gevolg hiervan is dat per 1 januari een nieuw organisatieonderdeel ontstaat waarin de gebundelde tactische bedrijfsvoeringsonderdelen zijn ondergebracht, het Bedrijfsvoeringsexpertisecentrum (BEC).
Vanuit de stad (energieke samenleving) wordt continue en steeds meer een beroep gedaan op een andere rol van de overheid en de wijze waarop we beleid maken. Het besef is doorgedrongen dat er een ander repertoire gevraagd wordt van onze leidinggevenden en medewerkers. Binnen alle diensten en vanuit het concern wordt op vaak innovatieve wijze gewerkt aan participatie en co-creatie met de stad en het benutten, faciliteren en stimuleren van Haagse Kracht. In 2017 brengen we meer samenhang in deze ontwikkelingen en bevorderen we het leren van en met elkaar.
Tevens zoeken we in 2017 steviger aansluiting bij de verschillende strategische programma’s als Stad in Transitie, de ruimtelijke, sociale en economische agenda’s en de metropolitane ontwikkeling.
De verbindende schakels tussen organisatieontwikkeling en werkgeverschap zijn Strategische Personeelsplanning (SPP) en leiderschapsontwikkeling.
De inzet van SPP maakt het mogelijk om strategische ambities en ontwikkelingen in de samenleving (stad, maar ook arbeidsmarkt) te vertalen naar het effect ervan op de organisatie. Dit geeft inzicht in noodzakelijke interventies op gebied van het personeel, zowel kwantitatief als kwalitatief. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat de komende 10 jaar 2.500 medewerkers de organisatie gaan verlaten (natuurlijk verloop) en dat de aard van het werk aan verandering onderhevig is (bijvoorbeeld digitalisering).
Tenslotte blijven we investeren in leiderschapsontwikkeling: leidinggevenden vormen immers een cruciale schakel tussen ontwikkelingen in de organisatie en de optimale inzet van het personeel om het juiste te doen voor de stad.
Ook langs de lijn van werkgeverschap wordt gewerkt aan het bedienen van de stad: door te zorgen dat de juiste mensen gevonden worden voor de organisatie, en onze medewerkers gemotiveerd en goed opgeleid hun werk kunnen doen. Door een vernieuwde en aansprekende arbeidsmarktcampagne spreken we gericht bepaalde doelgroepen aan, zo werken we aan diversiteit in het personeelsbestand. We werken aan het creëren van een inclusieve organisatie, waarin iedereen zich thuis voelt en zich maximaal kan inzetten. We blijven ons inzetten voor het creëren van garantiebanen en beschut werk, waardoor ook medewerkers die ondersteuning nodig hebben op de arbeidsmarkt een zinvolle plek krijgen in de gemeentelijke organisatie. Door middel van het generatiepact maken we ruimte voor extra banen voor jongeren, en de verjonging van de organisatie wordt verder gestimuleerd en geïntensiveerd. Daartoe behoort ook het bieden van voldoende stage- en afstudeerplekken, net als werkervarings- en leerarbeidsplaatsen. De mobiliteit van ons personeel krijgt uitdrukkelijk de aandacht: door eigen medewerkers te kunnen inzetten op projecten en tijdelijke klussen, verminderen we de externe inhuur en werken we aan breed inzetbaar en betrokken personeel. We werken hieraan met een actieplan mobiliteit. Tenslotte blijven we werken aan het terugdringen van verzuim, en het bevorderen van de vitaliteit van onze medewerkers. Het Arbocentrum, waarin alle expertise op gebied van gezondheid, welzijn en vitaliteit is gebundeld, speelt hierin een belangrijke rol.
In de collegeperiode 2014 – 2018 gelden de volgende bestuurlijke doelstellingen ten aanzien van de gemeentelijke organisatie:
BESTUURLIJKE DOELSTELLINGEN | |
|
VERJONGING Instroom aantal jongeren < 27 jaar | 250 |
Aantal stageplaatsen en leerwerkplekken Waarvan 50% t/m MBO niveau | 1.800 900 |
Instroom jongeren < 35 jaar Aandeel jongeren < 35 jaar | 50% 20% |
DIVERSITEIT Instroom vrouwen functieschaal14 en hoger Aandeel vrouwen functieschaa14 en hoger | 40% 35% |
GEMEENTELIJKE VERZUIMNORM Verzuimpercentage Verzuimfrequentie | 4,5% 1,06 |
INHUUR Norm inhuur (% van gemeentelijke loonsom) | 15% |
Integriteitsbeleid
De gemeente Den Haag streeft naar (verhoogde) aandacht voor integriteit binnen onze organisatie. Enerzijds vanuit goed werkgeverschap en de voorbeeldrol die wij hebben als ambtelijke organisatie, mede ter versterking van het vertrouwen van onze burgers in ons als Haagse overheid. Anderzijds om in te spelen op de ontwikkeling dat medewerkers zelfstandiger moeten opereren in een complexer wordende omgeving, in intensieve samenwerking met partners binnen - maar steeds meer ook buiten de organisatie. Den Haag wil medewerkers optimaal ondersteunen bij - en toerusten tot het nemen van zelfstandige morele beslissingen. Een actief integriteitsbeleid bevordert tevens de weerbaarheid van medewerkers tegen verleidingen en integriteitrisico’s.
Uit het onderzoek “Een luisterend oor” van de Vrije Universiteit Amsterdam blijkt dat slechts een klein deel van de integriteitsschendingen in Nederland bestaat uit fraude en corruptie. Ongewenste omgangsvormen komen relatief vaker voor. Naar aanleiding van het voorgaande onderzoek heeft het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) organisaties aangeraden om meer aandacht te besteden aan aanspreekprogramma’s om ongewenste omgangsvormen terug te dringen.
In het Jaarboek Integriteit 2015 heeft BIOS twee punten van het integriteitsbeleid genoemd die “het goede gesprek” binnen de organisatie verder kunnen versterken: 1) voer het gesprek en stel op basis daarvan samen vast wat meer of minder gewenst gedrag is (moresprudentie) en 2) ontwikkel en maak ethisch leiderschap zichtbaar. Ethisch leidershap omvat de mate waarin iemand zelf een integer persoon is en de wijze waarop hij/zij probeert integriteit onder anderen te bevorderen.
Uit onderzoeken blijkt dat leidinggevenden/managers een cruciale rol hebben als het gaat om het bewaken en bevorderen van integriteit in organisaties in het algemeen. Ethisch leiderschap zou een sterkere invloed hebben op het morele bewustzijn en handelen van medewerkers dan het formele integriteitsbeleid. Ethisch leiderschap zou een middel zijn om integriteitsschendingen tegen te gaan. Daarbij stimuleert ethisch leiderschap de betrokkenheid van medewerkers bij de organisatie en neemt hun werktevredenheid en inzet toe. Ook zou het een positief effect hebben op verlaging van ziekteverzuim en de prestaties van medewerkers. Het valt te verwachten dat ethisch leiderschap bij leidinggevenden, in combinatie met gespreksvaardigheden op het gebied van aanspreken een verlagend effect heeft op het aantal meldingen over ongewenst gedrag waar een leidinggevende als veroorzaker bij betrokken zou zijn.
Den Haag zal in 2017 meer aandacht besteden aan “het goede gesprek”. Tegelijkertijd zal Den Haag ervoor waken dat de definitie van integriteit niet wordt opgerekt waardoor er te veel onder valt. De Gemeente Den Haag blijft onder integriteit het volgende verstaan: dat de ambtenaar zijn functie adequaat en zorgvuldig vervult, rekening houdend met zijn verantwoordelijkheid en bevoegdheid en alle in het geding zijnde rechten en belangen van alle betrokkenen, in een veilige werkomgeving. Een veilige werkomgeving betekent ook een open meldcultuur.
Den Haag blijft in 2017 investeren in het integriteitsbeleid en blijft uitvoering geven aan het Integriteitsplan 2014-2018. De acties voor 2017 bevinden zich op de volgende gebieden: de verdere uitrol training morele oordeelsvorming, de vorming van de pool begeleiders moreel beraad, verdere uitrol moreel beraad, het stimuleren van de uitvoering Haagse RAI (risicoanalyse integriteit), de organisatie van Week van de Integriteit, de verdere aanbieding van de workshop Speel Open Kaart, de verdere professionalisering integriteitsorganen, de voorlichting op Werknet, uitvoering en verdere professionalisering van integriteitsonderzoeken, het netwerk vertrouwenspersonen misstanden en het voorbereiden van een Engelstalig internationaal manifest, als eerste stap naar het vervullen van een internationale voorbeeldfunctie van Den Haag, stad van Vrede en Recht op het gebied van Integriteit.
Wat betreft omgangsvormen (ook wel: ‘sociale integriteit’) zal aandacht en actie gericht zijn op het verder toerusten van medewerkers en leidinggevenden om “het goede gesprek” in de praktijk (nog beter) vorm te geven. Daartoe wordt een groep collega’s getraind om workshops te verzorgen voor medewerkers en leidinggevenden. Ook zal worden gewerkt aan verdere professionalisering en organisatie-brede stroomlijning van het netwerk vertrouwenspersonen ongewenst gedrag. Hier valt ook onder: het vaker verzorgen van pro-actieve voorlichting in de eigen diensten tijdens lunchbijeenkomsten en werkoverleggen, het ontwikkelen van moresprudentie “Haagse manieren” en het verder uitwerken van Haags beleid met betrekking tot het bevorderen van gewenste omgangsvormen.
Medio 2016 is gestart met de actualisering van de Gedragscode Gemeente Den Haag. Uiterlijk begin 2017 wordt de nieuwe gedragscode vastgesteld.