Doelstelling en functies van de Treasury

Het treasurybeheer is gericht op het minimaliseren van de gemeentelijke rentelasten op korte en lange termijn en op de beheersing van rente- en financieringsrisico's. Sinds 2008 zijn de treasuryprocessen door Lloyd’s Register ISO-gecertificeerd. In april 2014 is het certificaat opnieuw verlengd voor drie jaar. Vanwege de grote veranderingen in de bedrijfsvoering en met name de bundeling van ook (!) de financiële (planning en control) functie is in mei 2016 besloten om het regelmatig herijken van de huidige processen onder het ISO-certificaat niet voort te zetten. De vernieuwingen zijn in 2016 en 2017 goeddeels onder constructie en leiden ertoe dat het voorlopig niet haalbaar is om aan de nieuwe eisen van de kwaliteitsmanagementsysteemnorm ISO 9001:2015 te voldoen.

Betalingsproces
Gemeente Den Haag streeft er samen met de huisbank BNG Bank naar om de veiligheid van het betalingsverkeer verder te bevorderen. Na de succesvolle invoering van automatische uitwisseling van betalingsopdrachten en rekeninginformatie via een beveiligde bankomgeving tussen de bank en het gemeentelijke bedrijfsvoeringsyteem, worden nu ook primaire (uitkeringen en belastingdienst) systemen op deze systematiek aangesloten. Daarmee worden handmatige acties in het proces teniet gedaan.

De gemeente betaalt jaarlijks ongeveer 120.000 facturen aan leveranciers. Net als de jaren ervoor is ook voor 2017 de doelstelling om 90 procent van de ontvangen facturen binnen 30 dagen te betalen. We willen meer efficiëntie bereiken door meer facturen volledig digitaal te verwerken. Inmiddels biedt een deel van de leveranciers facturen digitaal aan.

De gemeente krijgt niet alleen facturen, maar verstuurt ze zelf ook aan klanten. De doelstelling is om 90 procent van de facturen binnen 60 dagen te innen. Hoewel er af en toe positieve berichten zijn, verkeren sommige bedrijven, instellingen en burgers nog in economisch zwaar weer. Het innen van facturen is daarom een belangrijk aandachtspunt voor de gemeente, echter wij hanteren een redelijke betaaltermijn van 30 dagen. Deze handhaven wij als er niet betaald wordt. Belangrijke ontwikkeling in dit kader is dat de gemeente steeds meer producten en diensten levert via webwinkels waarbij betaling vooraf plaats vindt. Ook gaat de gemeente voor een deel van het klantenbestand gebruik maken van digitale incassomachtigingen. Voordeel van deze werkwijze is dat het inningsproces efficiënter en daardoor goedkoper verloopt dan het huidige proces waarbij gebruik wordt gemaakt van een papieren machtiging.

Treasury-ontwikkelingen

Langlopende leningen
In juni 2016 is een 20-jarige lineaire lening van € 170 mln. aangetrokken tegen 1,095% voor de investeringen over 2015 en de (her)financiering van oude leningen (RIS 289294).Voor het beperken van het renterisico en het verlagen van de financieringsdruk zijn in juni 2016 twee langlopende leningen aangetrokken met een uitgestelde storting voor toekomstige gemeentelijke investeringen van in totaal € 280 mln. Deze leningen leveren ten opzichte van de actuele begroting 2016 – 2019 een structureel voordeel op doordat tegen een lager rentepercentage is aangetrokken dan verwacht). Het voordeel loopt op van € 0,1 mln. in 2018 naar € 0,4 mln. in 2020 en maakt onderdeel uit van het budgettair kader.

Korte rentes
De rente voor leningen van 1 tot 3 maanden is negatief. In augustus is deze -0,37%. Daardoor ontvangt de gemeente rente over de bedragen die het voor korte tijd van de banken leent. Daar staat tegenover dat de gemeente rente moet betalen voor de waarborgsom die de gemeente als zekerheid voor leningen (collateral) aan de bank moet storten. Verwacht wordt dat de tarieven voor kortlopende leningen in 2017 negatief blijven.

(Her)financiering HTM
De gemeente Den Haag heeft altijd opgetreden als de belangrijkste financier (verstrekker van leningen) van de HTM. In 2015 heeft de raad reeds ingestemd met de mogelijkheid dat de MRHD de financiering van de HTM overneemt(RIS285567). Inmiddels is bekend dat de MRDH als beleidsinzet heeft om in december 2016 te besluiten over het zelfstandig verstrekken van leningen en garanties aan de HTM. Dit onder voorbehoud van voldoende steun bij alle aan MRDH deelnemende gemeenten. Deze besluitvorming komt zeer waarschijnlijk te laat voor overname van de bestaande leningen per december 2016. De gemeente Den Haag is daarom door HTM gevraagd om (nog kortdurend, waarschijnlijk ongeveer drie maanden vanaf december 2016) de financiering van HTM te verzorgen, waarna MRDH begin 2017zelfstandig langjarige leningen en garanties kan afsluiten ten behoeve van de financiering van HTM. In deze begroting wordt daarom nog rekening gehouden met de financiering van HTM.

Omslagrente
Tot en met 2016 hanteerde Den Haag een omslagrente van 4 procent. Dit percentage sloot aan bij het gemiddelde rentepercentage dat de gemeente daadwerkelijk aan de banken betaalde. De afgelopen jaren is de rente sterk gedaald, zo ook de rente die de gemeente aan banken betaalt. Er zijn nieuwe regels voor de rentetoerekening. De commissie BBV heeft nieuw voorgeschreven op welke wijze de rente aan taakvelden, grondexploitaties en de omslagrente moeten worden toegerekend. Ook doet de commissie een aanbeveling voor het opnemen van een renteschema in de paragraaf financiering, dat inzichtelijk maakt hoe de rentebaten en lasten van de gemeente zijn samengesteld. De nieuwe regels voor de rente treden in werking vanaf begrotingsjaar 2018, maar wordt sterk aanbevolen voor 2017. De gemeente heeft de veranderingen zoveel mogelijk verwerkt in de programmabegroting 2017 – 2020.
Het rentepercentage voor grondexploitaties komt in 2016 uit op 1,3%, de omslagrente in 2017 op 2,0%. Het renteschema is opgenomen in deze paragraaf bij het onderdeel interne financiering

Externe ontwikkelingen

De economische groei zet door met een belangrijke rol voor de binnenlandse bestedingen. In 2016 groeit, volgens de laatste cijfers van het CPB (concept-MEV, augustus 2016), het BBP met 1,7% en in 2017 met 1,6%. De inflatie blijft in 2016 (0,0%) en 2017 (0,5%) laag. De werkloosheid daalt in 2016 naar 6,2% en blijft volgens de prognose in 2017 op 6,2%. Het begrotingstekort van de totale overheid (EMU-tekort) komt in 2016 naar verwachting uit op 1,2% en in 2017 op 0,6%.

2016

2017

(Refi)rente (ECB) (%)*

0,00

0,00

3-maands rente (%)*

- 0,35

- 0,35

10-jaars rente Staat (%)*

0,20

0,10

Renteontwikkelingen geld en kapitaalmarkt
De korte rente zal in 2017 rond het niveau van circa -0,3% - 0,4% liggen. De financiële markten verwachten dat de Nederlandse tienjaarsrente voorlopig tussen 0,0% en 0,5% zal bewegen.

Interne financiering

Kortlopende interne financiering (korter dan 1 jaar)
Alle bankrekeningen van de gemeente worden centraal beheerd. De Treasury voorziet in de financieringsbehoefte van de gemeente, die ontstaat uit het saldo op de bankrekeningen van de lopende uitgaven en inkomsten (exploitatie en investeringen).

Langlopende interne financiering (langer dan 1 jaar)
Voor de interne toerekening van de rentekosten over investeringen hanteert de gemeente het omslagsysteem. Dit houdt in dat over (bijna) alle investeringen een gemiddelde rente wordt gerekend, de zogeheten omslagrente. Deze omslagrente wordt aan het begin van elk jaar vastgesteld. Voor het begrotingsjaar 2017 is de omslagrente bepaald op 2,0%. De portefeuillerente van de opgenomen langlopende leningen komt uit per 31 december 2017 op 2,55% en exclusief de doorverstrekkingen aan derden op 2,39%.

Het onderstaande renteschema geeft inzicht in de berekening van de omslagrente

Renteschema (* 1.000,=)

A

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

29.274

B

De externe rentebaten over de korte en lange financiering

-/-

(15.004)

------------------

C

saldo rentelasten en rentebaten

14.270

De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

-/-

(1.759)

De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet

worden toegerekend

-/-

(4.923)

Garantstelling grondexploitatie Vroondaal CV

------------------

Bedrijvenschap Harnaspolder

(6.682)

------------------

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

7.588

D1

Rente over eigen vermogen

15.877

D2

Rente over vreemd vermogen

3.316

------------------

E

Totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente

26.781

De aan taakvelden toe te rekenen rente (renteomslag)

32.582

------------------

F

Verwacht Renteresultaat op het taakveld Treasury

5.801

Inzet verwacht renteresultaat aan algemene middelen

(5.801)

De begrote boekwaarde van de activa die integraal worden gefinancierd bedraagt per 1 januari 2017 (€ 1,629 miljard). Het rentepercentage van aan taakvelden toe te rekenen rente bedraagt 1,64% (26.781 mln./1,629 miljard). De gemeente rondt dit – met een marge van 0,5% - af naar 2,0% en hanteert dit percentage ten behoeve van de renteomslag. Vanaf 2017 is er een andere wijze van berekening van de hoogte van de omslagrente en presentatie van het renteresultaat. Nieuw in de berekening is dat alle externe rentebaten van de gemeente meetellen voor de hoogte van de renteomslag. Deze externe rentebaten zijn reeds in de begroting op de verschillende programma’s verwerkt en leiden niet tot een resultaat. De toegerekende rente over het eigen- en vreemd vermogen is verwerkt in de begroting.

De toegerekende rente over het eigen vermogen is conform de bestaande afspraken betrokken bij de toevoeging aan de voorziening negatieve plannen en de dekking van de apparaatskosten van

1.Liquiditeitspositie

1a Gecontracteerde langlopende leningenportefeuille opgenomen gelden
Leningenportefeuille opgenomen gelden
In juni 2016 is een langlopende 20-jarige lineaire lening van € 170 mln. aangetrokken tegen 1,095% voor de financiering van de investeringen over 2015 en de (her)financiering van leningen. Deze nieuwe lening maakt onderdeel uit van de stand ultimo 2016. Voor het verder beperken van het renterisico en het verlagen van de financieringsdruk zijn in 2016 twee langlopende 20-jarige (lineaire) leningen met uitgestelde storting (zogeheten forwards) aangetrokken: € 165 mln. tegen 1,485% met storting van het bedrag in oktober 2018 en € 115 mln. tegen 1,635% met storting in oktober 2019. In totaal is in 2016
€ 450 mln. aan leningen afgesloten (€ 170 mln. met storting 2016, € 165 mln. met storting 2018 en
€ 115 mln. met storting 2019) tegen gemiddeld 1,38%. Deze nieuwe leningen zijn verwerkt in de gemeentelijke liquiditeitsprognose.
Op 1 januari 2017 heeft de gemeente € 992 mln. aan langlopende leningen tegen gemiddeld 2,58%. Ultimo 2017 zal deze positie gestegen zijn tot € 1.065 mln. tegen gemiddeld 2,58%. In 2017 wordt voor € 115 mln. aan nieuwe leningen opgenomen tegen 1,88%. Dit betreft de in 2015 afgesloten forward. In 2017 moet de gemeente € 42 mln. aflossen op leningen tegen een gemiddeld percentage van 2,03%. In 2017 worden geen langlopende leningen vervroegd afgelost.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van het totale langlopend geleende bedrag, onderverdeeld in geleende bedragen voor eigen voorzieningen en geleende bedragen door verstrekt aan derden.

Bedragen x € 1 mln.

Ultimo

Totaal geleend

Gem. betaalde rente

Waarvan geleend voor eigen voorzieningen

Gem. betaalde rente

Waarvan geleend en door verstrekt aan derden

Gem. betaalde rente

2016

992

2,58%

863

2,42%

129

3,68%

Nieuwe leningen

115

1,88%

115

1,88%

Reguliere aflossingen

-42

2,03%

-41

2,01%

-1

3,72%

2017

1.065

2,55%

937

2,39%

128

3,67%

2018

1.133

2,41%

1.005

2,24%

128

3,67%

2019

1.172

2,25%

1.065

2,09%

107

3,65%

2020

1.096

2,20%

989

2,05%

107

3,63%

1b Gecontracteerde langlopende leningenportefeuille uitgezette gelden
Op 1 januari 2017 heeft de gemeente € 176,8 mln. uitgeleend tegen gemiddeld 3,87%. Ultimo 2017 zal dit gedaald zijn tot € 168,8 mln. tegen gemiddeld 3,76%. In 2017 wordt € 8,0 mln. ontvangen uit reguliere aflossingen.

Bedragen x € 1 mln.

Bedrag

Gem. rente

Stand per 1 januari 2017

176,8

3,76%

Nieuwe leningen

0,0

0,00%

Reguliere aflossingen

-8,0

3,66%

Stand per 31 december 2017

168,8

3,76%

Conform de Richtlijn leningverstrekking en garantieverlening is de gemeente zeer terughoudend bij het verstrekken van leningen en garanties aan derden. Optreden als bankier is immers geen primaire taak van de gemeente. De gemeente treedt alleen op als “lender of last resort”, dat wil zeggen alleen als er geen alternatieven meer zijn. Een derde moet daarbij kunnen aantonen dat zelfstandig, dat wil zeggen zonder tussenkomst van de gemeente, geen financiering kan worden verkregen. Bovendien moet er een maatschappelijk belang bij de lening zijn.

Onderstaande tabel geeft het overzicht van de verstrekte leningen aan derden per instelling.

Bedragen x € 1.000

Omschrijving

Restant per 31/12/2017

Restant per 1/1/2017

Grondexploitatie Maatschappij Vroondaal C.V.

120.000

120.000

Starterspanden C.V.

829

829

Stichting Rijnlands Lyceum

1.500

2.000

St. Jacobusstichting

8.300

8.740

Stichting pand Hoefkade

2.960

3.023

Personeelshypotheekportefeuille

35.230

42.230

Totaal

168.819

176.822

Afloop van hoofdsommen
Ultimo 2016 heeft de gemeente € 177 mln. langlopend uitgeleend tegen gemiddeld 3,76%, ultimo 2017 € 169 mln. tegen gemiddeld 3,76%, ultimo 2018 € 161 mln. tegen 3,67%, ultimo 2019 € 133 mln. tegen 3,57% en ultimo 2020 € 125 mln. tegen 3,56%.
Uit de grafiek blijkt dat de door de gemeente verstrekte leningen afnemen.

1c Gegarandeerde geldleningen
De afgelopen decennia heeft de gemeente aan diverse maatschappelijke sectoren borgstellingen verleend voor investeringen in hun materiële activa. Het gaat om maatschappelijk relevante investeringen met een publiek belang. De gemeente Den Haag loopt risico wegens het afgeven van garanties voor leningen die banken aan derden hebben verstrekt. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de door de gemeente afgegeven gegarandeerde geldleningen.

Bedragen x € 1.000

Omschrijving

Restant per 1/1/2016

Restant per 1/1/2017

Accommodaties sportverenigingen

143

110

Sociaal pedagogische zorg

65

59

Zieken- en verpleeghuizen

119

91

Geestelijke gezondheidszorg/bejaardenoorden

1.912

1.666

HTM Railvoertuigen B.V.

5.350

1.250

HTM Railinfra B.V.

170.449

58.249

Stichting Nationaal Restauratiefonds

1.995

Garantstelling grondexploitatie Vroondaal CV

20.000

20.000

Bedrijvenschap Harnaspolder

14.000

14.000

Achtervangovereenkomst met de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen*

pm

pm

Achtervangovereenkomst Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)

pm

pm

Totaal

214.033

95.425

* Toelichting Waarborgsfonds Sociale Woningbouw (WSW): Het gaat hierbij om de garantstellingen aan rechtspersonen. Met raadsvoorstel 411/2000 Financiering woningbouw door toegelaten instellingen heeft de raad besloten tot een doorlopende achtervangovereenkomst met de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw voor alle in de gemeente werkzame woningcorporaties. Het Waarborgfonds stelt zich onder voorwaarden (kredietwaardigheid instellingen) borg voor de nakomingverplichtingen van leningen van deze woningcorporaties. Hierdoor kunnen de corporaties goedkoper lenen. Indien het risicovermogen van het Waarborgfonds lager wordt dan het garantieniveau, zoals omschreven in de afgesloten overeenkomst, moet de gemeente renteloze leningen aan het Waarborgfonds verstrekken, teneinde liquiditeitstekorten bij het Waarborgfonds te voorkomen.Indien er aanspraak van het WSW op basis van de genoemde achtervang wordt gedaan, zal dit alleen gebeuren indien het WSW onvoldoende eigen vermogen heeft, of doordat Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting voor sanering zorgt bij onvoldoende kredietwaardigheid van een corporatie, Het Rijk als alle participerende gemeenten, beiden voor 50% van deze aanspraak, zullen dan renteloze leningen aan het WSW moeten verstrekken. Het verlies dat de gemeente kan lijden is beperkt tot de rente over de door de achtervangers aangetrokken leningen, die ze bij een calamiteit renteloos aan het WSW moet verstrekken.

1d Geplande Lange financieringspositie 2017 (langer dan één jaar)
De financieringspositie ultimo 2017 is als volgt opgebouwd:

Bedragen x € 1 mln.

Saldo ultimo 2017

Begroting 2017

Vaste activa:

Verstrekte leningen aan diensten (investeringen)

1.566

Deelnemingen

93

Uitgezette middelen

303

Totaal

1.962

Beschikbare middelen:

Reserves en voorzieningen

868

Opgenomen leningen (zie paragraaf 1a)

1.065

Totaal

1.933

Financieringsbehoefte

-29

De lange financieringsbehoefte is sinds enkele jaren aan het toenemen. Voor de reguliere investeringen en aflossingen op de langlopende leningen in 2017 is reeds een langlopende lening aangetrokken met een uitgestelde storting (zogeheten forwards) van € 115 mln. met storting in oktober 2017. Hierna resteert er nog een financieringsbehoefte van € 29 mln. Afhankelijk van de liquiditeits- en financieringspositie ultimo 2016 zal worden bekeken of er nog aanvullende maatregelen in 2017 genomen moeten worden voor de lange financieringsbehoefte

2.Beleggingen en korte liquiditeiten

2a Gecontracteerde beleggingen

Bedragen x € 1 mln.

Overzicht beleggingen

Restant per ultimo 2017

Fonds Uiver 2006

124

Belegging Meewind

10

Totaal

134

Fonds Uiver 2006 is een belegging van de gemeente die voortvloeit uit de verkoop van voormalige woningbouwleningen. Het fonds bestaat uit gekochte obligaties van financials met goede tot zeer goede kredietwaardigheid. De portefeuille bestaat voor 80% uit instellingen met een triple A-rating en 20% met een single A. Het gemiddelde rentepercentage is 4,35%. De marktwaarde van Fonds Uiver 2006 bedroeg op 31 december 2015 € 265 mln. Rente- en aflossingsbedragen vanuit Fonds Uiver worden opgenomen in de totale gemeentelijke liquiditeitspositie. Deze aflossingen worden opgenomen in de totale gemeentelijke liquiditeitspositie. Ultimo 2017 bedraagt de portefeuille € 124 mln.
Fonds Uiver 2006 wordt beheerd door BNG Vermogensbeheer. Hiervoor betaalt de gemeente een beheervergoeding van 0,07% over de marktwaarde van dit fonds. Voor 2017 wordt circa € 0,2 mln. betaald aan beheervergoeding.

Meewind is een fonds dat particulieren, overheden en bedrijven de kans biedt te participeren in duurzame energieprojecten. De gemeente Den Haag heeft vanaf 2009 een participatie in subfonds Zeewind van € 9,7 mln., een groot windmolenpark op de Nederlands/Belgische Noordzee. De marktwaarde van Meewind op 31 december 2015 bedroeg € 13,7 mln. De gemeente verwacht in 2017 € 0,8 mln. dividend te ontvangen.

Bedragen x € 1 mln.

Overzicht overige utizettingen

Restant per ultimo 2017

Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten

0,2

Totaal

0,2

Om een impuls te geven aan de Haagse woningmarkt is de gemeente Den Haag voor één jaar, te weten 1 maart 2014 tot 1 maart 2015, startersleningen gaan verstrekken. Na afloop van de looptijd van de leningen wordt de storting terugontvangen.

2b Korte liquiditeiten
Liquiditeitsprognose
Uitgangspunt voor de raming van de liquiditeitsprognose is de meerjarenbegroting, vertaald naar inkomsten en uitgaven en in het bijzonder de ontwikkelingen op grote projecten en investeringen.

Schatkistbankieren
De gemeente Den Haag heeft geen tijdelijk overtollige middelen. Ook voor 2017 en verder wordt verwacht dat het totaal van alle gemeentelijke bankrekeningen elke dag negatief zal blijven. De gemeente Den Haag heeft tot nu toe nog geen gebruik hoeven te maken van het verplicht schatkistbankieren.

Renterisico financiering korte termijn (begrotingstotaal nog niet beschikbaar)
Het risico op kortlopende financiering (looptijd korter dan 1 jaar) wordt beperkt door de kasgeldlimiet (wet financiering decentrale overheden, Fido). De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel de gemeente kortlopend mag lenen. Een tijdelijke overschrijding van de kasgeldlimiet is toegestaan. De kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal. Het begrotingstotaal voor 2017 is € 2.339 mln. De kasgeldlimiet voor 2017 komt op basis daarvan uit op € 199 mln. In 2017 (en volgende jaren) verwacht de gemeente een liquiditeitstekort te hebben van 199 mln. Dit tekort is gelijk aan de kasgeldlimiet.


Het liquiditeitstekort wordt onder andere veroorzaakt door de betaling van rente en aflossing van opgenomen langlopende leningen, voorgenomen reguliere investeringen (minimaal € 125 mln. per jaar) en grote investeringsprojecten (Rotterdamsebaan, Spuikwartier). Afhankelijk van de renteontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt zal deze financieringsbehoefte worden ingevuld met kortlopende leningen (rekening-courantkrediet, kasgeld) en langlopende leningen (fixe, lineair, annuïtair). Door de zeer lage korte rente wordt het verwachte liquiditeitstekort in 2017, met inachtneming van de kasgeldlimiet, zo veel mogelijk kort gefinancierd. Hierdoor kan de gemeente maximaal profiteren van de lage (of zelfs negatieve) rente.

Het is mogelijk dat de gemeente in 2017 voor de afweging komt te staan om extra langlopende leningen aan te trekken, naast de reeds in 2016 door middel van een forward afgesloten langlopende lening voor 2017 (€ 115 mln.). De mogelijk te nemen extra financieringsmaatregelen in 2017 zijn niet verwerkt in de grafiek.

Grafiek liquiditeitsprognose meerjarenraming 2016-2020

2c Resultaat
Rente/beleggingsresultaat
De gemeente verwacht in 2017 op de korte liquiditeitspositie € 0,6 mln. aan rente te ontvangen. Het verwachte kortlopende tekort van € 199 mln. zal gefinancierd worden door het aantrekken van kortlopende leningen bij financiële instellingen en andere gemeenten tegen een verwacht rentepercentage van minus 0,3%.

Voor de opgenomen langlopende leningen betaalt de gemeente in 2017 circa € 26 mln. tegen een gemiddelde rente van circa 2,55%. Voor de uitgezette langlopende leningen aan derden ontvangt de gemeente in 2017 circa € 6,5 mln. tegen een gemiddelde rente van circa 3,76%. Uit Fonds Uiver 2006 wordt € 8,3 mln. aan rente ontvangen. De afsluitprovisie met betrekking tot de derivaten, circa 0,01% rente, is verdisconteerd in het contractuele rentepercentage De gemeente betaalt daar geen afzonderlijk bedrag voor.

De gemeente verwacht in 2017 totaal € 21,6 mln. aan dividend te ontvangen. Hiervan heeft € 0,8 mln. betrekking op de belegging in Windmolenpark Meewind. Daarnaast treed de gemeente op als aandeelhouder in een aantal vennootschappen. Vanuit deze vennootschappen wordt een dividend verwacht van € 20,9 mln. Voor een toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Verbonden partijen.

4 Matching geleende en uitgeleende gelden

De gemeente heeft in het verleden de verkoopopbrengsten van bezittingen ondergebracht in langetermijnbelegging Fonds Uiver 2010. Hierdoor ontvangt de gemeente een stabiele renteopbrengst. De komende jaren ontvangt de gemeente stapsgewijs de belegde bedragen terug. Daarnaast is geld uitgeleend aan derden. Ook zij betalen de gemeente jaarlijks rente en aflossing. Voor de financiering van investeringen heeft de gemeente geld geleend. De komende jaren moet de gemeente hierover rente betalen en natuurlijk ook de leningen aflossen. In onderstaande grafiek maken de rode staven zichtbaar hoeveel de gemeente jaarlijks betaalt aan rente en aflossing. De blauwe staven laten zien hoeveel de gemeente jaarlijks van derden aan rente en aflossing ontvangt. De looptijd in de grafiek is van ultimo2016 tot ultimo 2044 (einde looptijd portefeuilles).

Uit de grafiek blijkt dat de gemeente vanaf 2031 meer aan rente- en aflossingen aan geldverstrekkers moet betalen dan zij aan aflossing en rente van uitgeleend geld ontvangt.

5 Rentepositie

4a Rentetypische afloop (renteherzieningsdata) van financieringen en beleggingen
In de langlopende leningen- en beleggingsportefeuille zijn geen contractuele renteherzieningsdata opgenomen. Dit betekent dat gedurende de looptijd van deze langlopende leningen en beleggingen het rentepercentage niet wijzigt. Daardoor wordt de gemeente in de toekomst niet geconfronteerd met rentestijgingen of dalingen in de huidige portefeuille.

4b Derivaten
Op basis van de langlopende portefeuilles (zie bovenstaande grafiek) blijkt dat de gemeente in 2031 een minimale financieringsbehoefte heeft van circa € 150 mln. Daarom heeft de gemeente in 2011 bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) twee derivaten afgesloten met een gezamenlijke nominale waarde van € 150 mln. en een vast rentepercentage van 3,125% voor aanvullende financiering tussen 2031 en 2061. De gemeente heeft hierdoor de zekerheid van lage rentekosten voor de herfinanciering van op dat moment langlopende leningen en voor de financiering van (grote) investeringen.

Effectiviteit derivaten
De verwachte financieringsbehoefte tussen 2031 en 2061 is hoger dan de nominale waarde van het afgesloten derivaat. Dat betekent dat de bestaande derivaten effectief zijn.

Bijstortverplichting (waarborgsom of collateral)
De gemeente heeft twee derivaten afgesloten bij de BNG ter afdekking van renterisico’s in de toekomst.
De akkoorden van BASEL III dwingen de lagere overheden in te stemmen met het systeem van collateral, waarmee wordt bedoeld dat beide contractpartijen (gemeente en bank) het verschil tussen de actuele marktwaarde (dat is de waarde op enig moment, die fluctueert met de werkelijke rentestand) en nominale (contractuele) waarde van deze derivaten met elkaar zullen uitwisselen via fysieke geldstromen. Deze zogeheten bijstortverplichting verkleint het (theoretische) tegenpartijrisico voor beide contractpartijen doordat tussentijds al de waarden van het contract onderling worden verrekend. Bij faillissement van één van de partijen (gemeente of BNG) valt de bijstortverplichting tussentijds vrij, zodat de derivaten zonder verlies kunnen worden afgewikkeld. Maandelijks vindt het uitwisselen van collateral plaats. Maandelijks wordt de uitwisseling aangepast op basis van het actuele verschil tussen de marktwaarde en de nominale waarde. De storting (uitwisseling) dient in beginsel als correctie van de nominale waarde van het derivaat.
Als de actuele (lange) rente aan het einde van de maand lager is dan de contractrente, dient de gemeente het verschil tussen de marktwaarde en nominale waarde te storten op een afzonderlijke bankrekening bij de BNG. Immers op dat moment kan goedkoper worden geleend dan de in het contract overeengekomen rente. Over het gestorte bedrag ontvangt de gemeente de 1-maands euriborrente van de BNG. Indien de actuele marktrente hoger is dan de contractrente, dan ontvangt de gemeente van de BNG een storting. Over dit bedrag vergoedt de gemeente dan de 1-maands euriborrente aan de BNG.

In 2031 komen de betaalde collateralstortingen weer terug of worden de ontvangen collateralstortingen weer terugbetaald. Alleen als het contract voortijdig beëindigd wordt, moet het (positieve of negatieve) verschil tussen de marktwaarde en de nominale waarde worden afgerekend.

7 Renterisico

5a Rentewijziging op renteresultaat
Indien de korte rente stijgt of daalt, heeft dit onmiddellijk effect op het renteresultaat. Daling of stijging met 0,1% over het gehele jaar betekent minder respectievelijk meer uitgaven van circa € 0,2 mln.
Een stijging van de lange rente heeft geen effect omdat deze rentepercentages gedurende de looptijd contractueel niet zullen wijzigen.

5b Rentewijziging op waarde derivaat en zekerheden
De bijstortverplichting kan, als gevolg van renteontwikkelingen, gedurende het jaar sterk fluctueren. De gemeente heeft geen dagelijkse collateral-afrekening (usance in de bancaire wereld) maar maandelijkse afrekening. De verwachting in de financiële markten is dat de lange rente zich in 2017 en 2018 op hetzelfde lage niveau zal begeven als in 2016. Een wijziging van de rente met 0,1% betekent een wijziging in de marktwaarde van de renteswap van ongeveer € 0,3 tot 0,4 mln.. De verwachting is dat de gemeente in 2017 gemiddeld circa € 70 mln. bij de BNG als waarborgsom moet aanhouden. Daarover betaalt de gemeente een rentevergoeding

8 Kredietrisico

Renterisiconorm financiering lang
De wettelijke renterisiconorm ziet erop toe dat gemeenten in elk jaar slechts een deel van hun leningenportefeuille hoeven te herfinancieren. Door deze norm zijn gemeenten minder afhankelijk van renteschommelingen en wordt het renterisico over de jaren gespreid. De renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal, dus meer dan € 400 mln. De verwachte hefinancieringsbehoefte is de komende jaren minder dan € 100 mln.

Bedragen x € 1 mln.

Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld

2017

2018

2019

2020

1

Renteherzieningen

0

0

0

0

2

Aflossingen

42

97

76

76

3

Renterisico (1 + 2)

42

97

76

76

4

Renterisiconorm

468

441

420

418

5a

Ruimte onder renterisiconorm (4 > 3)

426

344

344

342

5b

Overschrijding renterisiconorm (3 > 4)

0

0

0

0

Berekening renterisiconorm

4a

Begrotingstotaal

2.339

2.206

2.102

2.091

4b

Percentage regeling

20%

20%

20%

20%

4

Renterisiconorm (4a * 4b/100)

468

441

420

418

Voor 2017 en volgende jaren voldoet Den Haag dus aan de wettelijk renterisiconorm.
Kredietrisico’s derden
Voorziening langlopende uitgezette leningen
De gemeente heeft € 169 mln. aan langlopende leningen uitgezet per eind 2017.

Bedragen x € 1. mln

Uitgezette langlopende leningen per risicogroep (x € 1 mln.)

Restant per ultimo 2017

Met hypothecaire zekerheid

102

Zonder zekerheid

67

Totaal

169

Jaarlijks wordt op basis van risico inschatting van iedere individuele lening de voorziening voor langlopende leningen bepaald. Deze wordt onder meer berekend op basis van de BASEL II-norm. Indien er 100% zekerheden zijn gesteld wordt geen voorziening gevormd. Zo nodig worden op basis van risico inschatting afwijkende percentages toegepast. De voorziening langlopende leningen bedraagt in 2017 € 8,4 mln. en wordt voldoende geacht om eventuele risico’s in de portefeuille op te vangen.

Voorziening belegging Fonds Uiver en belegging Meewind
Zoals hiervoor aangegeven bevat het Fonds Uiver 2006 obligaties van banken met een goede tot zeer goede kredietwaardigheid. Risico in de portefeuille kan ontstaan wanneer gedurende de looptijd van deze portefeuille de kredietwaardigheid van een van de banken waarin is belegd onder druk komt te staan of neerwaarts wordt bijgesteld. Mogelijk ontstaat daardoor het risico van koersverlies bij verkoop. Dit risico wordt als klein beschouwd. Daarom is er geen voorziening getroffen.
Voor de belegging in het windmolenpark Meewind is een voorziening getroffen, conform de Basel II-norm, van € 0,8 mln.

Voorziening gegarandeerde geldleningen
De gemeente heeft per 1 januari 2017 voor € 95 mln. aan garanties uitstaan. Van de totaal uitstaande garanties is voor € 1,6 mln. extra zekerheid verkregen door het recht van 1e hypotheek (verpleeg- en zorginstellingen). Voor de overige uitstaande garanties is geen zekerheid verkregen, waardoor het risico in geval de gemeente wordt aangesproken hoger is. Bij de berekening van de voorziening is hiermee rekening gehouden. De voorziening gegarandeerde geldleningen is voor 2017 berekend conform de systematiek die geldt bij de voorziening leningenportefeuille, namelijk op basis van het Basel II-akkoord. Voor garanties die betrekking hebben op sport en zorg bestaan waarborgfondsen. Deze garanties zijn meegenomen in de voorziening voor € 0,2 mln. In beginsel zullen dergelijke garanties ondergebracht moeten worden bij het desbetreffende waarborgfonds. Is dat het geval, dan zal dit bedrag in de voorziening weer vrij kunnen vallen. De totale voorziening in 2017 komt uit op € 1,2 mln.